Kleine zorgen

Eindelijk! Het heeft gisteren eindelijk nog eens geregend. Net op tijd want er traden symptomen van ontwenningsverschijnselen op. Ik begon al te vrezen dat ik het ons zo vertrouwde weerkundige fenomeen nooit meer bij leven zou mogen beleven. Een toch wel kwellende gedachte voor wie het grootste gedeelte van zijn leven onder grijze, dreigende wolken – en daaruit plenzende regenbuien – heeft moeten doorbrengen. Zowat elke Belg en elke Nederlander, dus. Behalve de landgenoten en noorderburen die op dit eigenste ogenblik ergens aan de Costa Blanca overwinteren. Die hebben duidelijk geen last ondervonden van een tekort aan regen. De droge rivier in Albir dreigt weer uit zijn oevers te treden en in Bendidorm drijven er weer auto’s door de straten. Vorig jaar, ongeveer rond dezelfde tijd, veranderde mijn Calle Helsinki op camping Benisol ook wel eens in een kunstmatige wildwaterrivier maar dat was altijd van zeer korte duur. Voortgaande op onze weerberichten heeft er zich nu toch al langer dan een week een regenzone genesteld boven de oostkust van Spanje en die maakt duidelijk geen aanstalten om zich naar onze regio te verplaatsen. De omgekeerde wereld. Wat traditioneel onze natste periode moet zijn (maart/april) was kurkdroog, terwijl mijn vrienden overwinteraars op Benisol lieslaarzen en zwemvesten nodig hebben.

Dat koppige lage drukgebied boven Iberië baart me zorgen. Hoewel ik me natuurlijk wel solidair voel met wat mijn vrienden op zo’n 2.000 km hier vandaan moeten doorstaan, maak ik me eigenlijk nog meer zorgen over het lot van de gierzwaluwen (Apus apus). Zou dat slechte weer in Spanje misschien de oorzaak zijn dat ik er nog geen opgemerkt heb? Zo’n jaar of tien geleden zag ik al op 6 april de eerste exemplaren boven het Leuvense zwerk zweven. Ondanks de vervroegde zomer die we tot nu al gekregen hebben, zijn de nestkasten aan mijn gevel tot vandaag nog altijd leeg gebleven. Dat terwijl vriendin Ria toch al twee weken geleden alweer nestelende boerenzwaluwen (Hirundo rustica) in haar paardenstal in Waanrode mocht vaststellen. OK, die twee soorten zijn geen familie van elkaar, hoewel we hen allemaal de naam ‘zwaluw’ meegeven, en die van Ria moeten niet zover reizen om uit hun overwinteringgebied terug te komen, maar toch. Eén zwaluw maakt nog geen lente, daar kan ik mee leven, maar voor mij begint dat seizoen pas echt van zodra de eerste gierzwaluw mijn horizon doorklieft en ik zijn schrille gekrijs weer kan horen.

nestkasten

Terloops wil ik hier ook graag een oproep doen naar mijn Leuvense stadsgenoten: hang enkele nestkasten tegen je gevel. Je hoeft daar zelfs niet eens veel moeite voor te doen, alleen een mailtje naar groendienst@leuven.be. Die stuurt dan wel iemand om een kijkje te komen nemen of de omstandigheden het wel degelijk toelaten (oriëntatie van de gevel, aanvlieghoogte, bereikbaarheid met ladderwagen, etc.) en nadien zorgen zij wel voor de rest. Volledig gratis. Wat krijg je ervoor terug? Een zomer lang plezier (en pijnlijke nekwervels) door die diertjes in hun acrobatische vluchten te volgen (alleen met de ogen, natuurlijk). Bijkomend extraatje: een zwaluw verwerkt dagelijks honderden insecten. Met die diertjes in de buurt heb je dus kans op minder muggenprikken. Wist u trouwens dat gierzwaluwen 99 % van hun tijd in de lucht doorbrengt? Dat ze slechts één hersenhelft tegelijk gebruiken om te slapen en dat ze dus half slapend kunnen blijven vliegen? Dat ze daarbij snelheden van 120 km/u bereiken en tijdens een duikvlucht zelfs tot 200 km/u? Als dat geen argumenten zijn om die vogeltjes een nestgelegenheid te geven voor de drie maanden dat ze bij ons vertoeven, wel, dan begrijp ik het ook niet.

Nog iets wat ik niet begrijp: de huidige heisa rond reclame voor alcoholhoudende dranken. Dat een wetenschappelijk team jaren lang onderzoek doet om te achterhalen dat die reclame onze jeugd aanzet tot drinken en dus schadelijk is voor hun gezondheid, is uiteraard prijzenswaardig. Maar toch. Men had zich al die moeite en het belastingsgeld kunnen besparen want iedereen die ouder is dan 16 jaar wist dat al héél lang. Bovendien, mocht reclame voor pils, breezers of Pastis plots taboe zijn, zal dat geen enkele tiener belemmeren op in “de kroegen van d’Aa Mêt” de stoere bink uit te hangen. Net zoals het verbod op tabaksreclame geen snars effect had op het rookgedrag van de jeugd. In tegendeel zelfs, nooit hebben jongeren méér gerookt als nu. Ondanks alle campagnes tot ontrading.

Met enig ongeduld zit ik nu te wachten op een wetenschappelijk team dat, met hetzelfde enthousiasme als alcohol en tabak werd benaderd, de reclame voor kans- en gokspelen onder de loep neemt. Niets zo gemakkelijk als met één computerklik geld in te zetten op een spelletje poker of een draai aan de roulette. En wie zit er vooral op internet? Juist ja, de jongeren. Ik wil ze niet te eten geven de ouders die plots geconfronteerd worden met een enorme schuldenberg die hun goklustig kroost in een recordtempo heeft opgebouwd. En daar moeten voor opdraaien. Dan kun je beter zoon- of dochterlief eens ladderzat naar huis laten komen, desnoods met totaal ondergekotste kleding. De kater die ze aan een zatte nacht overhouden is van kortere duur en veel goedkoper dan de kater na een avondje gokken.

DSC05384

 

 

Plaats een reactie