Woensdag 30 januari

Heel de nacht heeft Huub me op de zenuwen gewerkt. Het is hier ’s nachts zeer goed verlicht en dus worden de merels heel vroeg heel actief. Dat zint mijnheerke niet en dus maakt hij kabaal telkens een vogel langs vliegt, ergens neerzit of over het dak tippelt. Dan ben je weer wakker, wil je weten hoe laat het nu is, en duurt het weer eeuwen voor je weer in slaap dommelt. Dàt en het feit dat het weer een ‘latertje’ werd gisterenavond, was er de oorzaak van dat ik pas om 9.30 u uit m’n bed kwam. Je probeert immers een hele avond lang op internet te komen en als je dat dan uiteindelijk lukt, moet je een paar mails beantwoorden en proberen deze blog up to date te houden. Je zit tenslotte een hele dag met een ei, ’s avonds wordt dat gelegd en dan wil je ook dat het uit het nest wordt gehaald. Als ik weer in m’n nachtritme terecht kom, is dat mede de schuld van de camping hier.

Ik was hoe dan ook nog tijdig op om getuige te zijn van een zeer ingewikkeld manoeuvre. Er moest één caravan verhuizen om er nog een camper naast te krijgen. Dat zou nooit lukken tenzij een derde partij heel zijn santenkraam zou opbreken, eventjes verhuizen en dan weer alles opbouwen. Opgelet: dat zijn dus allemaal langverblijvers en je moest eens weten wat die mensen hier tijdens hun vakantie in elkaar boksen. Je hebt hier voortenten met een houten vlondervloer in, met kasten en slaapzetels, tv-hoekjes en koelkasten, terrasstoelen… Dat moest die buitenstaander dus allemaal verhuizen om die anderen hun zin te laten doen. Chapeau, zeg ik dan. Er stond wel vijftig man op te kijken en in al die ogen kon ik één boodschap lezen: mij moet je zoiets niet komen vragen.

Om de ontgoocheling van het niet opzetten van m’n buitentent enigszins te lenigen, heb ik dan maar een stukje grondzeil (zeg maar 3,5 m2 groot) in de grond vast gespijkerd om te verhinderen dat dat ding bij de minste windzucht bij de buren belandt. Ik had daarvoor meer dan 25 spijkers nodig. Als ik dan bedenk dat Frey ongeveer 40 m2 wil dicht leggen, kan hij maar beter de spijkers (en de rondellen – wat een mooi Vlaams woord) per kilo bestellen.

Over de oorzaak van de bosbrand tussen Altea en Calpe doen de meest uiteenlopende geruchten de ronde. Je hebt de complottheorie waarbij niemand kan zeggen wie er voordeel uit zo’n brand zou halen. Je hebt de theorie dat er domme kloten een beetje vuurtje stook hebben gespeeld. Je hebt de theorie dat er een hoogspanningspyloon is omgewaaid waardoor heel de boel in de fik ging. Dit, en natuurlijk de troonsafstand van Beatrix, zijn hier op de camping zowat the talk of the town. Wij houden u op de hoogte.

Tegen de tijd dat hier het getik van de ballen weer gaat beginnen, ben ik maar vertrokken, een ‘rabistoke’ gaan doen, m.a.w. richting Coparo uit. Luc had van zijn groothandel een fles Knockando kunnen versieren tegen 25 euro. Voor zo’n goedje is dat een spotprijs. Hij moet binnen enkele dagen naar Denia en daar is een grote campingwinkel. Misschien kan hij van daar een tussenstuk voor m’n wintertent meebrengen.

Ik had een mailtje verzonden naar de mensen waar ik de kar van gekocht heb, met  enkele vragen over die tent. Ze hebben me enkele foto’s opgestuurd van de laatste keer dat ze die hebben opgezet. Ik raak er helemaal niet wijs meer uit. Frey had al het voorstel gedaan om de tent gewoonweg apart op te stellen, maar dat vind ik niet meteen een leuk idee. De bedoeling van zo’n ding moet toch wel zijn dat het jouw leefruimte iets vergroot van zodra je de deur uitkomt en niet dat je nog eens elders naar toe moet. Och we zien wel.

En voor de rest was dit alweer een fijne, warme dag.

 

 

Dinsdag 29 januari

Deze ochtend was het vuur tussen Altea en Calpe gedoofd; je kon aan deze kant van de berg alleszins geen vlammen en geen rook meer zien. Einde vuur wegens uitputting van brandstof? Ecologische schade: bijzonder groot. Ecologische bezorgdheid: bijzonder klein.

Als ik op voorhand geweten had hoe ontgoochelend deze dag wel zou worden, was ik waarschijnlijk niet eens het bed uit gekomen. Gisterenavond nog afgesproken dat we er vandaag eens werk van zouden maken om eindelijk die voortent eens op te zetten. Binnen pakweg een week is Mieke hier en ik wil dan wel niet bij het minste zuchtje wind naar binnen moeten vluchten. Ik zag ons daar al zitten een partijtje Rummikub spelen bij een glaasje rosé. OK we beginnen eraan nadat ik tot de vaststelling ben gekomen dat ik de handleiding destijds in de auto heb gelegd, er vergeten uit te halen ben en waarmee Mieke dus tussen Leuven en Antwerpen pendelt. En dan begint het paswerk aan de hand van de markeringen die ik destijds bij Michel heb opgezet. Dat was daar op het gazon te doen, zonder het correcte paswerk aan de kar. Oh zo staat de tent recht, OK en dan moet je ze gewoon wat opschuiven en tegen de kar ritsen. Komt wel in orde. Niet dus. Hoe we ook draaiden en keerden, hoe we het eens zo of zo probeerden, we kwamen achteraan altijd de lengte van een tentstok te kort. Gevolg: de deur van de kar gaat niet meer open want wordt geblokkeerd door het tentdak. Een oplossing leek ons een tussenstuk te gaan kopen bij de man die voortenten op maat maakt. Buizen bij de vleet maar geen enkele van de maat die ik nodig heb en altijd zonder reductiestuk. Verder gekeken in de kampeerwinkel in Benidorm. Ook daar bot gevangen. Laatste kans: de ijzerhandel bij ons om de hoek. Ook niets. Allemaal m’n eigen schuld natuurlijk. Had ik die tent thuis uitgeprobeerd tegen de kar, had ik nog verlengstukken kunnen kopen bij Zoro in Kampenhout want daar hebben ze tentstokken in alle formaten en kleuren.

Hoe dan ook, zoals die tent er nu bij stond, zou een zuchtje van de noordwester voldoende zijn om tent en heel het buizenstel in de zee doen te belanden. Besluit: weer slopen, inpakken en terug in de garage leggen. Daar zijn we met drie mensen dus vier uur mee bezig geweest of hoe je hier je tijd wel gepasseerd krijgt zonder ook maar één greintje resultaat.

Huub is ziek, geeft over en kan zich niet inhouden om hier voor de kar diarree te krijgen. Ik hoop echt dat er geen oorzakelijk verband bestaat met het feit dat hij gisteren zo lang alleen heeft moeten zitten.

Fab had gisteren toch een schoenenkastje in de Lidl gekocht maar vandaag moest dat wel in elkaar worden gestoken. En dus hebben we in de late namiddag een beetje Ikea gespeeld. We waren er met zijn drieën aan bezig en soms was een vierde man wel welkom geweest. Uiteindelijk hebben we het toch wel bijeen gebokst gekregen. Daarna verplaatste de discussie zich naar het bodemzeil waarmee F&F heel hun ‘domein’ willen overspannen. De goedkoopste oplossing lijkt alleszins schaduwzeil dat hier door de fruitkwekers gebruikt wordt. Nu komt het er alleen nog op aan om de coöperatieve te vinden waar je dat kunt kopen.

En dan komt het ogenblik, zoals elke dag trouwens, dat de zon achter de gebouwen van Albir verdwijnt en dat het meteen heel sterk afkoelt en dat je maar beter kan zorgen dat je binnen bent. Voor de rest was het een schitterende dag die we weer in Marcelleke en short konden doorspartelen, maar zoals in het begin al gezegd: als ik geweten had dat het zo’n ontgoochelende dag zou worden, was ik in m’n Marcelleke in bed blijven liggen.

Maandag 28 januari

Deze nacht – ik ben pas om 2 u gaan slapen – was de wind weer opgestoken, nu iets meer naar het noorden opgeschoven. Het voordeel daarvan is natuurlijk dat alle wolken worden weggeblazen en dat de ochtendstond hier echt goud in de mond geeft.

Fab heeft een nieuw systeem ontworpen om de dagelijkse krant sneller te downloaden. We lopen nu met de honden tot aan de Coparopa en doen het daar. Luc zal haar dat wel niet kwalijk nemen maar ik zal hem straks vragen om minstens één stoel maar met één poot achter de ketting te hangen. Je staat daar toch al gauw 10 minuten en alles wat je zittend kunt doen moet je niet rechtstaand uitvoeren. We hadden trouwens nogal wat bekijks…

Mieke heeft gisteren geprobeerd om een shuttledienst tussen de luchthaven en Albir te boeken maar ze had daar nogal wat telefoontjes naar mij voor nodig. Het is haar dan uiteindelijk toch gelukt en een merkelijk groot verschil van 7 euro met wat ik vorig jaar moest betalen in dat kantoor. Nu ja, die moeten daar natuurlijk wel hun commissie op nemen.

Wat me hier in Albir opvalt is de ruime aanwezigheid van Russen. Hun luidruchtigheid is ronduit storend. Als je iemand op een kilometer ver in een gsm hoort brullen, wees er dan maar van overtuigd dat het een Rus(sin) is. Ze gedragen zich zo’n beetje als de Duitsers in de jaren 60. Laten zien en horen dat ze poen hebben. Nouveau riche-mentaliteit. Triest.

Hoe ik erop ben gekomen en waarom ik er een hele voormiddag heb zitten over na te denken, weet ik ook niet. De vraag: waarom zijn wij, westerlingen, ineens zo massaal en zo sterk gekant tegen immigratie? En wat bedoelen die pipo’s als ze het over ‘bedreiging van onze westerse cultuur’ hebben? Dan vraag je toch meteen wat Alexander, die wij dan ook nog eens de Grote noemen, te zoeken had in Afghanistan en Egypte. Wat kwamen de Romeinen bij ons meer doen dan volkeren uitmoorden, hun cultuur uitroeien en hun land afpakken. Hoe zou onze cultuur er hebben uitgezien als Atilla al die Germaanse volkeren niet voor zich uit joeg, onze richting uit. Wat als de Goten en Franken zich hier niet gevestigd hadden?  Zou er van ‘westerse cultuur’ nog wel sprake zijn mochten de Arabieren zich niet in Al Andaluz gevestigd hebben en mij hier nu hebben opgezadeld met namen als Albir, El Alfaz del Pi, Altea, Benidorm of Alicante. Zouden wij nog wel enige kennis hebben van Plato en Aristoteles hebben mochten die Arabieren hun Griekse teksten niet bewaard hebben en die vanuit het Arabisch naar het Latijn vertaald hebben? En wat hebben die westerse immigranten met de Inca’s, de Azteken en Tolteken uitgestoken? En met de Noord-Amerikaanse indianen? En met de Maori’s en Aboriginals? En wie hebben, wij Belgen, naar Kongo gestuurd behalve avonturiers, fortuinzoekers en missionarissen? Wat was de bedoeling van de transmigratiepolitiek in Indonesië tenzij deculturatie van de oorspronkelijke volkeren? Wat een onvoorstelbaar gelul en enge denken van al die tegenstanders. En ja, nu weet ik het weer waarom ik met die vraag zat. Gisteren tijdens het petanquen hoorde ik een van die zelfgenoegzame Hollanders daarover domme commentaar spuien met het slotakkoord: Wilders heeft gelijk. Vandaar.

Met F&F naar Alfaz gereden om de verzekering van de caravan te regelen. Probleem opgelost en die dure Spaanse bankrekening kan omzeild worden. Van zeil gesproken: de voormalige voortent van F&F ligt nog altijd onverkocht bij de zeilmaker. Nu wordt geprobeerd om ze hier te verkopen en als dat niet lukt, gaat ze weer mee naar België. Daarna nog naar Bendidorm gereden omdat ik een extra gasvuurtje wil kopen want mijn LPG zal niet lang meer meegaan. Winkel intussen natuurlijk net dicht. Daarmee was Fab nog op tijd terug voor een spelletje ‘boulen’.

Na het ballenspel weer de trot op, nu wel met een lege container van Campingaz. In Benidorm een brander gekocht + 1 telescopische borstel voor het geval ik echt té beschaamd ben over de toestand van m’n kar en die eens met autoshampoo te lijf wil gaan. Fab wil overal nieuw bodemtapijt leggen maar we spreken over 36 m2 en dat loopt wel op. In de ene winkel is dat al gauw 5 euro/meter, elders slechts de helft. Dus wordt er wat rond gereden en we zijn er nog niet aan uit. Om dat te vieren, gaan we in de Fronton in Altea iets drinken.

Vorige nacht is er brand ontstaan op een bergflank tussen Altea en Calpe. Dat vuur heeft alle struikgewas verteerd en zakt langzaam naar beneden. Er was geen blussen aan omdat de wind te strak stond, aldus de baas van de Fronton. Que? Sinds 10 u deze morgen was er geen zuchtje wind meer. Waar zijn die pompiers gebleven? Er wordt druk gespeculeerd over andere dan gewoonweg accidentele motieven.

’s Avonds gaan eten in de Ca Blai, aan het plein waar de zondagse markt plaatsvindt. Een pint bier als aperitief + tapas + voorgerecht of soep + hoofdschotel + dessert + 1 fles wijn (voor 3 personen) + koffie = totaal van 30,10 euro of 10 euro/pp. Alstublieft. Voor iemand die, zoals ik, maar één keer per dag eet, misschien een beetje nipte porties maar voor elke normale mens ruim voldoende. Ik vond het er nogal een stuk aangenamer, vriendelijker en lekkerder dan eergisteren in dat steakhouse hier wat verderop, en bijna half zo duur.

Daarna bij Matheo (café Casino) nog wat gaan drinken en dan maar weer huiswaarts.

Om 1 u de hond nog eens uitgelaten en met een Deen aan de praat geraakt over het vuur dat nog altijd oplaaide.

Huub heeft nog nooit in zijn leven zo lang alleen gezeten. En zo heeft die vandaag ook weer een wijze levensles bijgeleerd.

 

Zondag 27 januari

Geen wind meer maar wel bewolkt. Ideaal wandelweer voor F&F en de honden. Mijn Noorse buren zijn dan toch aan de verleiding bezweken en zijn naar een plek verhuisd, dichter bij hun landgenoten.

Ik ben er eindelijk nog eens in geslaagd om de blog van kameraad Eddy na te lezen. De indruk blijft dat men daar boven de voorbije dagen nog veel erger last heeft gehad van de wind dan hier beneden. Tv-antennes die niet open kunnen… voor veel mensen is dat zowat het ergste wat hen kan overkomen. Daar staat dan weer tegenover dat de internetverbinding in het camperpark beter is dan hier. Dus alles wat ik daar voordien ooit over geschreven heb, neem ik bij deze graag terug. Wat me vooral plezier deed was de foto van ex-buurvrouw Betty die het kapsel van Ronny onder handen nam. Dat betekent vooral dat het met haar weer helemaal in orde is. Ik blijf haar een grote dame vinden, een buitengewoon goed en mooi mens.

Klopje op de deur. ’t Is Eddy. Als je van de duivel spreekt… We gaan samen een beetje in de zon zitten en hebben het over het reilen en zeilen op de camperplek. De noordwester van de voorbije dagen heeft de mensen daar ook behoorlijk op de zenuwen gewerkt. De antenne van Ludo is scheef gewaaid, iemand heeft een zonnepaneel van het dak moeten halen vanwege los gekomen en Ferdinand heeft zijn dakluik zien vliegen. Eddy zelf heeft een nacht helemaal niet geslapen en de andere nachten heel weinig, zo fel schudde zijn camper door elkaar. Hij staat dan ook de eerste in de rij en krijgt de volle laag over zich heen. Mensen die wilden vertrekken zijn langer gebleven omdat ze met zo’n rukwinden niet durfden te rijden. Gelijk hadden ze.

Na een uurtje is Eddy weer vertrokken want hij had een afspraak om bij de Indiër te gaan eten.

Het was heel de dag vrij rustig op de camping. Er is blijkbaar veel volk naar de markt gegaan. Ik loop even tot in het centrum maar na een tijdje sla ik gauw de rustigere straten in want het is er behoorlijk druk. Het mooie weer heeft en stapel Spanjaarden uit hun hok gelokt, de wandeldijk loopt vol kuierend volk, ’t is moeilijk nog een vrije stoel te vinden in restaurants en op terrasjes.

Plots roept er iemand: ‘Ben je verdwaald?’. Iemand van de camperplaats. We hebben een beetje staan lullen. Eind februari moet hij terug naar Nederland want zijn zoon moet onder het mes. Er zijn leukere redenen om weer noordwaarts te trekken, zoals het volgen van de zwaluwen bijvoorbeeld.

Zaterdag 26 januari

 

Bij deze bied ik alle weersvoorspellers en meteodiensten in Spanje mijn verontschuldigingen aan. Ik heb hen gisteren iets te lichtvaardig uitgelachen – OK ze zaten er dan ook wel helemaal naast – maar kijk met wie we vandaag alweer mogen opstaan… onze vriend de noordwester. En omdat hij duidelijk de schade van gisteren moet inhalen, doet hij deze morgen nog extra zijn best. Wel verdomde spijtig want de zon schijnt en als je een plekje kunt vinden waar je uit de wind zit, is het zelfs te warm.

Ik heb vandaag ook een kaarsje gebrand voor Veronique. Een jaar geleden zat ik ook hier toen ik dat verschrikkelijke nieuws te horen kreeg. Met tranen in de ogen heb ik toen dat stukje ‘Het maske met het borsteltje’ geschreven.

Het begon gisteren in de late namiddag, heeft heel de nacht geduurd en was deze voormiddag nog niet verholpen: gesukkel met internet. Vorig jaar veranderde de toegangscode na een maand verblijf en ik dacht dat iets gelijkaardigs nu ook aan de hand was. Naar de receptie waar het meisje achter de balie bijna gek werd van de klachten. Ze verzekerde iedereen ervan de het gerepareerd was maar in werkelijkheid was er juist niets gebeurd. Het is toch bij de beesten af dat je op een grote camping als deze niet eens kunt zorgen voor een behoorlijk en stabiel wifi signaal. Volgens sommigen is dat mede te wijten aan het feit dat veel te veel mensen hun skype laten open staan in afwachting tot iemand hen oproept.

Dus heb ik mijn stukje van vrijdag maar op een stick gezet en ben in de namiddag naar Rabisto gelopen om die via zijn pc op m’n blog te zetten. Fab wilde absoluut haar bankrekening nakijken om niet in de problemen te komen en is na het ballenspel ook naar ginder gekomen. Wat een luxe was met dat. Floep en je zat op facebook; een andere floep en je had Google. Weelde, weelde, weelde.

We zaten daar op het terras tegen 16 u en het was er verdorie te heet in de zon. Niet uit te houden. Als die wind gaat liggen zit je meteen boven 20° in de schaduw.

We kregen nog het gezelschap van Jenny, een ex van Luc die nog samen met hem in de immobiliën heeft gezeten en die zaak nu alleen verderzet. Jenny is afkomstig van Tongeren, heeft daar café Central op de markt nog gehad, en heeft mijn overleden neef Eric Daenen nog goed gekend. De wereld is kleiner dan we denken en zeker kleiner dan sommige politici ons willen doen geloven.

’s Avonds ben ik gaan eten met Luc. Ik wilde wel naar de Chinees maar uiteindelijk zijn we toch in het steakhouse op de hoek van de Bachstraat beland. Ribbetjes zijn ribbetjes, er speelde één muzikant, het kot zat vol Engelsen en men tapte er Heineken. Iets om niet meteen te herhalen want ik vond dat we er te veel betaalden voor wat het maar waard was.

 

 

Vrijdag 25 januari

Ik zeg niks maar deze ochtend deed het toch een beetje pijn. Na ons etentje gisterenavond toch nog even blijven doorzakken met enige schadelijke gevolgen die men in doorgaans welopgevoede kringen ook wel eens de naam van een mannetjeskat meegeeft. Maar hoe klein de oogjes ook nog waren, ik kon er niet naast kijken dat de zon heerlijk scheen en dat die verdomde noordwester was gaan liggen. En zo’n dingen hebben een wonderlijke uitwerking op het menselijke wezen. Mouwen en broekspijpen worden met de slag iets korter, en de rest van de kleding wordt kleurrijker. Er wordt weer meer tijd uitgetrokken voor een gezellige babbel en er wordt weer eens bij de buren aangelopen.

De Spaanse weervrouwen en –mannen doen het al even onbeholpen slecht als onze Frank en Sabine want volgens de voorspellingen zou de wind nog tot na het weekend aanhouden en zou het pas vanaf maandag weer volle zon zijn. OK, ze zaten er dan maar drie dagen en ettelijke graden Celsius naast. Om 13 u was het toch lekker 21°. Meer mag maar dat hoeft zelfs niet.

Als je spreekt van verkeerd geïnterpreteerde spaarzaamheid heb ik daar vandaag toch weer een mooi staaltje van gezien. Elk jaar organiseert de baas van deze camping op zijn landgoed een ‘appelsienenpluk’ voor iedereen van de camping. Je mag dan meenemen zoveel je kunt. Stond er een sliert van wel 25 volgeladen auto’s – allemaal met een gele nummerplaat met zwarte letters en cijfers op – met draaiende motor aan te schuiven om naar ginder te rijden, toch verder dan 10 km. Op datzelfde ogenblik liep er een lokale venter doorheen de camping en die verkocht mooie sinaasappels tegen 3 euro voor 5 kilo. Dan denk je toch: zet die auto weer aan de kant, noorderburen, want voor dat geld kun je niet eens Albir buiten rijden en je hoeft zelfs de moeite niet doen om die vruchten ook te plukken. Iedereen zijn meug en laten doen is dan meteen ook de tweede gedachte.

Toch eens het materiaal van die voortent goed bekeken en hoe langer hoe minder ik er voor voel om die ook op te zetten. Eerst en vooral betrouw ik dat systeem van aanhechting aan de kar niet helemaal. Ik blijf de indruk hebben dat er daar iets niet mee klopt. Ten tweede heb ik moeten vaststellen dat de bijgeleverde haringen niet eens sterk genoeg zijn om in een klomp boter te duwen, laat staan dat je die hier in de grond krijgt en laat nog meer staan dat die ook in staat zouden zijn om een tent tegen te houden als die noordwester weer eens zou opsteken. Een bezoek aan de ijzerwinkel dringt zich dus meer dan ooit op.

Tja, en dan is het weer tijd voor de ballenjongens en –meisjes en omdat de zon zo aanlokkelijk schijnt, en jouw kar alweer in de schaduw staat, ga je een beetje naar het spel zitten kijken want die banen liggen wel lekker in de zon. In feite heb ik wel eens zin om mee te spelen maar hier zit je dus met geoefende mensen die bij het spelletje er zelfs dezelfde terminologie op na houden als in hartje Marseille en voor wie het echt menens is. Voor zover ik er al in zou slagen om mijn ballen binnen de touwtjes te houden, zou het met toch nooit lukken om ooit eens dichter dan 2 meter bij de cochonette te werpen. Toekijken zal voor mij dus het eeuwige lot blijven.

Ik begin te begrijpen waarom mijn Noorse buren anders zijn dan het merendeel van hun landgenoten, dat ze zelfs hartelijk kunnen lachen, is het niet met hun eigen streken dan toch met die van Huub. Die mensen zijn duidelijk naar hier gekomen om hun winterse duisternis te ontvluchten. Ze zitten graag in de zon en wachten tot het donker is alvorens in de kroeg te duiken zoals de rest van de Noren hier.

F&F zijn eens tot bij Matteo gelopen voor een aperitief en ik zat hier te wachten tot Rabisto zou opdagen. Die moest zijn snorfiets wegdoen voor reparatie en is onderweg wellicht blijven ‘plakken’. Dus heb ik maar in m’n eentje een aperitiefje genomen, in afwachting tot F&F terug waren. Immers, ik was geïnviteerd voor een vissoep. En tot mijn grootste waardering en dankbaarheid leek die verdacht sterk op een bouillabaise zoals die alleen maar in de betere eettenten geserveerd wordt. Héérlijk dus. Merçi Fab!

Mop van de dag (ik verraad niet wie ze verteld heeft): Iemand legt een houten vloer in zijn huis. Hij neemt een spijker uit de doos en als die met de kop naar beneden op de plank staat, gooit hij die spijker over zijn schouders en neemt een nieuwe, in de hoop dat die wél met de punt naar het hout wijst. Zijn kameraad komt erbij staan en vraagt waarom hij die spijkers wegwerpt. ‘Zie je dat dan niet,’ is het antwoord. ‘Op die spijkers staan de koppen aan de verkeerde kant.’ Waarop die vriend: ‘Die kun je dan toch nog altijd gebruiken voor het plafond.’

Donderdag 24 januari

Ai, ai, ai… dit kondigt zich niet goed aan vandaag. Ik ben toch al veel te laat opgestaan (half tien… ik breek alle records) en dat dan nog met een dik wolkendek over me heen. En die verdomde wind er dan nog bovenop ook. Zoals Brassens het zingt: le vent qui vient à travers la montagne me rendera fou. Huub trotseert het allemaal op zijn vier pootjes en zijn gestroomlijnd lijf. Zelf moet ik me nu en dan vastklampen aan een boom of lantaarnpaal, of tegen een muur beschutting zoeken, om niet in zee geblazen te worden. De strakke noordwester blijft maar aanhouden en nu en dan zie ik hier een handdoek of een stoel voorbij vliegen. Bij dat laatste kan je maar beter naar buiten spurten want als zo’n ding tegen je kar vliegt, kun je alvast een afspraak maken bij je favoriete carrosseriebedrijf. Al met al zal het wachten zijn tot na het weekend voor het weer iets beter wordt, althans volgens de weerberichten. Waar maal ik om? Het is buiten alweer 18° en als je ergens een beschut plekje vindt is het in de zon zelfs helemaal lekker.

Ik heb een nieuwe gebuur. Noren. Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat deze mensen nog meevallen, in tegenstelling tot het merendeel van hun landgenoten. Ik heb mijn nieuwe buren zelfs zien glimlachen. De man had zijn Rapido zitten manoeuvreren met de deur van zijn garage open en toen die eindelijk op de juiste plek en op keggen stond, merkte hij pas dat hij die deur niet meer dicht kreeg. Dus moest hij helemaal van vooraf aan weer opnieuw beginnen. Ik zat er schaterend op te kijken en mijnheer en mevrouw moesten er ook hartelijk mee lachen. Ik zag hen ook hun voorraad sterke drank uitpakken en die was behoorlijk indrukwekkend. Vandaar misschien hun goede luim.

Rond 11 uur begon het te plenzen, maar dat duurde hooguit 10 minuten en weer tien minuten later was alles weer poederdroog.

Nog twee weken en Mieke komt eraan. Tegen die tijd moet mijn voortent er staan, wat met deze wind een hachelijke zaak zou zijn. Ik geef het op om naar een andere, meer zonnige plek te zoeken. Als ik met mijn stoel de straat oversteek, zit ik ook in de zon.

Sinds gisteren heb ik een ‘rookplan’ opgesteld. Tot 16 u had ik maar 4 sigaretten gerookt maar helaas heb ik het schema van eentje per uur daarna niet meer zo stipt gevolgd en zat ik toch weer aan 2 stuks/uur (wat op zich al een sterke vermindering is). Er helemaal mee stoppen, zal me wel niet lukken maar de ene na de andere moet verdomme ook gedaan zijn. Ik hoest en rochel ooit nog eens helemaal uit wat er van m’n longen overschiet. We gaan op hoop van zegen, hoewel ik nu al weet dat het ijdele hoop is.

Vandaag alweer iets van ‘de Spaanse slag’ kunnen beleven. Op sommige plaatsen op de camping staan sorteerbakken: plastic, glas, blik en gewoon huisvuil. In die containers hangt het personeel allemaal dezelfde mooi blauwe plastic zak en als die bakken worden leeggemaakt gaat alles op dezelfde vrachtwagen en naar dezelfde stortplaats. Que? Sorteren op zijn Spaans…

Donderdag, dus wandeldag voor F&F. Ze waren pas laat terug en het was al 20 u voorbij vooraleer we in de Sacristan aan tafel konden. Blijkbaar had de wandeling een zeer moeilijk einde gekend. De gps wees de weg terug naar de auto’s maar elke poging om erbij te raken eindigde wel altijd op een berg of een ravijn. Zodoende werd er bijna een uur gedaan over de laatste 300 meter. Martin, verantwoordelijk voor gps en windmolentjes, kreeg nogal wat kritiek van zijn vrouw die bij elke alweer nutteloze omweg zorgde voor de uitspraak van de dag: “Ik zeg niks. En dat zal ik blijven zeggen.” Mooi!

 

 

 

Woensdag 23 januari

We hebben hier nogal een nacht gehad. Gisteren begonnen met een donkergrijze wolkenmassa die over de bergen heen rolde, een regenbui dropte maar die vooral de wind aankondigden. Die is sinds gisteren 19 u niet meer gaan liggen, erger nog, die is alleen maar aangewakkerd. Je kon gisterenavond haast niet meer op het strand komen zonder je schrap te zetten en de hond heel goed vast te houden of hij vloog zo de zee in. Het is immers een aflandige wind, een strakke noordwester maar hij houdt zich niet altijd aan dezelfde richting. Hoewel ik hier tamelijk beschut tegen de muur sta, hobbelde mijn kar heen en weer en was het onrustig slapen omdat overal wel wat wegwaaide met veel gedruis.

Deze ochtend was de schade dan ook goed merkbaar. Hier een voortent gescheurd, daar een windscherm helemaal weggeblazen, mensen op zoek naar niet tijdig binnen gehaald wasgoed of een vergeten terrasstoel. Iedereen brengt extra scheertouwen aan en is druk doende met hamers en haringen. Niet gemakkelijk want als je het laagje grind weg schrabt, zit je op rotsgrond.

Een roerend tafereeltje deze ochtend. Huub had zijn wandeling al gehad en in de verte zag ik Fab afkomen met haar honden. Mitsi begon heel opgewonden te blaffen omdat ze Huub gezien had en daarmee kreeg die nog een extra wandeling naar de parking van de Frax waar hij zeer uitbundig met de twee andere honden kon rennen.

Fab vertelde dat het niet zo eenvoudig is om hier een langere termijn te blijven. Om de caravan te verzekeren moet je eerst een INE-nummer krijgen en daarvoor moet je eerst een Spaanse bankrekening openen. Maar die bank rekent 2 keer per jaar bijna 22 euro aan voor administratiekosten en belastingen. Vraag is of je die verzekering ook niet vanuit België kunt betalen. Nu blijkt dat INE-nummer wel heel belangrijk want toen ze die koelkast ging kopen vroeg men daar ook meteen achter. Als je resident bent, is dat blijkbaar allemaal iets gemakkelijker. Rabisto moet daar maar eens meer uitleg over geven. Het verenigd Europa is hoe dan ook nog een heel eind uit onze buurt.

In de namiddag, net voor het petanquen weer begint, loop ik eens langs in de Coparopa en ik leg dat probleem voor aan Luc. Die weet zeker dat je zo’n nummer enkel en alleen nodig hebt als resident en dat men F&F iets heeft wijsgemaakt. Moet hij het zelf maar eens komen uitleggen aan die mensen. Ik had een hongertje en bestelde dan maar een van zijn geweldig grote hotdogs. Het was wel wurgen om dat binnen te krijgen. Veel te groot voor mij, zeker zo in de namiddag. Het klinkt misschien vreemd maar wij vinden wel altijd wel voldoende stof om een uurtje of twee te kletsen. Het gaat dan ook meestal over details uit de jaren dat we nog jong en mooi waren…

De wind blijft maar waaien en terug op de camping is het een en al geklop van hamers. Iedereen probeert zijn have en goed iets vaster te leggen zodat die dingen er morgen ook nog bij staan.

Het is gewoonweg onmogelijk op internet te komen. Niemand heeft iets anders te doen en het wifi-systeem kan onmogelijk volgen. Hopelijk kan ik dit stukje, en dat van gisteren, deze nacht kwijt.

Mieke belde met het nieuws dat de papa van mijn schoonzus overleden is maar er wordt tegen zaterdag weer sneeuw voorspeld en dan ziet ze er wel tegenop om naar Kalmthout te rijden. Gisteren had ze een vergadering waarop het voorzitterschap van de gemeenteraadscommissies werd verdeeld. Ze heeft weer eens moeten ondervinden hoe onze Louis het principe ‘je moet de jongeren ook verantwoordelijkheid geven’ alleen toepast op anderen behalve op zichzelf. Dus verliest ze na 18 jaar goede dienst haar voorzitterschap over de commissie cultuur. Ze zit daar heel hoog mee en is moeilijk te troosten maar anderzijds is dat nu eenmaal de loop der dingen. Je vastklampen aan een postje is ook niet gezond maar mijn schatje heeft nog niet begrepen dat de kunst van afscheid nemen òòk cultuur is, weze het elitaire cultuur.

En intussen blijft de wind maar blazen en blazen. Waar klaag ik over? Mieke vertelde me dat men in België voor morgen (donderdag dus) temperaturen van -6 tot -12 voorziet.

 

Dinsdag 22 januari

 Eindelijk is het op woensdag 23.10 u gelukt om dit te plaatsen. Sorry.

Wat een rare dag vandaag. Je staat op met de zon, gaat wat wandelen en komt terug met dreigende wolken. Je kruipt gezellig binnen, en de zon schijnt weer. Je gaat wat buiten zitten en na twee minuten moet je weer naar binnen. OK, nog altijd dan in België in de sneeuw zitten, denk je dan, maar daarvoor ben je natuurlijk niet hier. Ik heb de indruk dat we intussen het beste gehad hebben en dat de winter hier nu ook begint. Hoewel, nooit zo in die mate zoals bij ons.

Moeten vaststellen waarom Mieke altijd tevreden is dat wij – Huub en ik – het huis uit zijn. Ik poets hier drie, vier keer per dag mijn kar en dat is allemaal ijdel gedoe. Huub zit even buiten, komt terug binnen en brengt weer een hoop ellende mee: takjes, zaadjes, bladeren, kiezelsteentjes… En och, eerlijkheidshalve is hij niet alleen. Zoals Mieke het altijd zegt als ik een sigaret gerold heb: die ‘froezelkes van u…’ Slechts één oplossing: alleen en uitsluitend buiten roken. Maar dit is natuurlijk geen horeca-zaak, wel mijn kar.

Uiteindelijk ben ik zover dat ik er wasschema op nahoud. Eerst die sokken, vandaag de onderbroeken. Morgen misschien ook wel een t-shirt of zo. Handmatig en vrij artisanaal. Voor de grotere stukken zal ik wel tijdig eens een machine huren. Tegen de tijd dat Mieke overkomt, wil ik wel dat ze in propere lakens kan slapen.

F&F waren in Altea maar wel tijdig terug voor de petanque. Ik zat al dagen met twee flessen bubbels in de koeling en Fab vond dat geen slecht idee als aperitief. Maar… er moest nog wat gebeuren met de kabel van de tv-aansluiting, en plankjes om de koelkast waterpas te krijgen, enz. enz. enzovoort. Dan zit je lekker in de zon te wachten tot Frey en Martin klaar zijn met die installatie, komen over de bergen zwarte wolken aangerold zodat het wijselijk is dat je toch maar eerst je was van de draad gaat nemen. En niet zo maar want voor je het eerste glaasje prik aan de lippen zet, komt er weer een regenbui naar beneden. Niet erg want hier is duidelijk elke watervoorziening meer dan welkom. Alleen koelt het dan behoorlijk af, met of zonder drank.

Even na acht begint het weer hevig te blazen. De kar schudt over en weer en je porbeert je zo warm mogelijk te houden. Ik vrees dat er heel wat mensen hun satelietantenne naar beneden moeten halen, willen ze die morgen niet naast hun camper terugvinden. Gevolg: iedereen probeert wat op internet, zodat ik er ook niet meer op kan.

Mieke heeft ettelijke keren gebeld omdat ze mijn raad nodig heeft. Deze avond krijgt ze te horen of ze nog langer voorzitster is van de commissie cultuur of dat ze die functie weer eens moet afstaan aan een van de jonge(re) aanstormende ‘talenten’. Ik hoop voor haar dat ze haar vel heel duur weet te verkopen tegenover ‘den ouwe’.

Uitspraak van de dag (ik zeg niet wie het gezegd heeft): Nu de wind opsteekt moet ik dringend naar huis om mijn windmolentjes binnen te zetten. Que?

Mop van de dag (ik vertel niet wie ze verteld heeft): Er zijn dakwerkers bezig om het dak van een klooster te vernieuwen. Op een bepaald ogenblik slaat een van de dakwerkers zich met de hamer op zijn vingers. Godverdegodver, klinkt het. Toevallig komt er beneden een nonnetje voorbij met een valies in de hand. Die hoort die vloekende dakwerker en zegt: ‘Jongen, blijkbaar ken jij Jezus niet’. Roept die dakwerker naar zijn maten: ‘Hé mannen, werkt hier een Jezus want zijn ma staat hier met zijn boterhammen.’

 

Maandag 21 januari

0
false

18 pt
18 pt
0
0

false
false
false

/* Style Definitions */
table.MsoNormalTable
{mso-style-name:”Table Normal”;
mso-tstyle-rowband-size:0;
mso-tstyle-colband-size:0;
mso-style-noshow:yes;
mso-style-parent:””;
mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt;
mso-para-margin:0cm;
mso-para-margin-bottom:.0001pt;
mso-pagination:widow-orphan;
font-size:12.0pt;
font-family:”Times New Roman”;
mso-ascii-font-family:Cambria;
mso-ascii-theme-font:minor-latin;
mso-fareast-font-family:”Times New Roman”;
mso-fareast-theme-font:minor-fareast;
mso-hansi-font-family:Cambria;
mso-hansi-theme-font:minor-latin;}

Monday, monday… Geslapen tot 9 u en toen vond het Huub het welletjes. Als His Masters Voice spreekt, moet deze jongen zich maar weer zo snel mogelijk aankleden en met Zijne Majesteit Huub I naar buiten. Het begint trouwens een heel stuk te beteren met mijnheertje. De wandelingen worden met de dag langer, hij loopt al iets minder kreupel en zijn zelfvertrouwen is weer stevig toegenomen. Ik ben geen dierenpsychiater maar ik weet wel dat die hond in het camperpark een trauma heeft opgelopen. Een hele nacht blaffende honden die dan ook nog gevaarlijk uithaalden als je er langs kwam maar gelukkig achter een draadversperring zaten. Het was voor Huub ook niet normaal dat hij tot aan de poort liep, snel, snel zijn boodschapjes deed en dan meteen weer naar binnen wilde. Hier valt hij blijkbaar weer in zijn plooi, al moet hij er het nadeel bij nemen dat hij nu niet meer door iedereen die passeert wordt aangehaald, gestreeld en snoepjes krijgt.

Het ziet er vandaag alweer wat beter uit dan gisteren maar het is nog altijd niet windstil. Hoe dan ook, de voorbije maand was er eentje om in te kaderen want vergeleken met de weersomstandigheden in België, hebben wij hier zo goed als de zomer gehad. Mieke is vandaag wijselijk met de trein naar Antwerpen gegaan. Ze zou bij ons niet eens de straat kunnen uitgereden zijn, ja misschien wel tot aan de eerste bocht maar daar heb ik bij vorige sneeuwbuien al gezien dat zelfs een 4×4 er niet voorbij raakt zonder slippen.

Ik ben eens doorheen de camping gelopen; er moest zo maar eens een beter plekje te vinden zijn. De plaats waar ik vorig jaar stond was ogenschijnlijk nog vrij maar wel ingenomen door twee auto’s. Even gekeken wie mijn mogelijke buren zouden zijn, en dat beviel me helemaal niet. Helemaal achteraan waren er nog wel wat plaatsen vrij maar die liggen ook in de schaduw en te ver van alles vandaan. Dus blijf ik maar ter plekke. Trouwens, ik heb een nieuwe buurvrouw. Een bejaarde Spaanse alleenstaande dame (zeker 80 jaar) met haar hondje. Ik zie die vrouw twee keer per dag haar hondje uitlaten en voor de rest van de dag zit ze binnen. Nu ja, met dit weer zit er niet veel anders op. Hoor mij hier eens klagen…

F&F zijn met tien andere personen gaan eten in Verd y Vent, een plek waar zowel Frey als Rabisto van gezegd hebben dat we daar met Mieke zeker ook naar toe moeten. Ferdinand op de camperplek had me daar al op gewezen en dus moet ik dat binnen enkele weken zeker op mijn programma nemen.

Iets nadat het ‘boelen’ hier begon, zag het weer er ook wat beter uit. Ik ben dan met Huub maar eens naar de Coparopa gelopen. Luc hoeft immers niet altijd tot bij mij te komen, het omgekeerde kan ook wel eens. We hebben daar met z’n twee een beetje op het terras zitten genieten van de zon en van een roséwijntje. Hans, een Nederlandse Belg of omgekeerd, kwam er bij zitten. De man woont nu in Portugal maar heeft nog een appartement in Altea dat hij graag wilt verkopen. Duidelijk een serieuze zakenman, zo te horen. Met een bedrijf van farmaceutische producten achter zich, vooral gericht op Afrika. Zijn verhalen over de corruptie op dat continent kunnen alleen maar bevestigen wat wij al een tijdje konden raden. Blijkbaar is die ziekte de voornaamste hinderpaal op de ontwikkeling van Afrika en ik had zo de indruk dat wij, westerlingen, daar niet meteen de bedoeling hebben om dat niet langer in stand te houden want met die ‘bakshish’ blijven wij daar goede zaken doen. Pijnlijk, maar wel de realiteit. Het pleit natuurlijk niet voor onze uiteindelijke bedoelingen. Leve de vrije markt, leve het casinokapitalisme.